Insoraki

Vader Johny: 'Het familieleven is heel belangrijk voor Papoea's'

Moeiteloos en met veel oog voor details vertelt de achtjarige Evita (voluit: Evita Marie Insoraki Sawor) het verhaal van Manarmakeri, de mythische held van het eiland Biak. In dat verhaal speelt de Biakse prinses Insoraki, waarnaar zij is vernoemd, een belangrijke rol. Evita heeft het verhaal van Marnarmakeri meermaals gehoord van haar vader Johny Sawor. In de orale verteltraditie van het eiland is Manarmakeri het symbool van de aspiraties van de Biakse bevolking. Zijn culturele en politieke betekenis kan nauwelijks onderschat worden. Manarmakeri is de mythische held die een transformatie ondergaat van oude tot jonge man en wiens naam verandert in Manseren Mangundi (wat ‘de Heer zelf’ betekent). Hij verlaat het eiland, maar zijn vrouw Insoraki heeft via onbevlekte ontvangenis het leven geschonken aan Manarbew, de vredesstichter. Als Manarmakeri terugkeert ontstaat koreri.

Koreri is van de belangrijke begrippen uit de Malamakeri-mythe. Het verwijst naar een toestand van geluk, overvloed en eeuwig leven. Het is een utopische visie over een diepgaande transformatie in de toekomst. Daarmee bieden Koreri en de mythe zicht op een beter leven en hebben zij in de loop der jaren ook gediend als politieke inspiratie in het streven naar zelfstandigheid.

Johny Sawor en zijn Nederlandse vrouw Roos hebben de namen van hun vier kinderen met veel zorg uitgezocht. Aan hun vier kinderen gaven ze een traditionele Papoeanaam uit Biak alsmede een westerse, christelijk georiënteerde naam. Evita, de naam van hun jongste kind is de Spaanse verkleinvorm van Eva, de eerste vrouw uit de Bijbel die het leven heeft voortgebracht, legt Johny uit. Ook Insoraki heeft een vergelijkbare essentiële rol in het mythische Biakse ontstaansverhaal. Jonny en Roos hebben er bewust voor gekozen om de westerse naam als roepnaam te gebruiken. “Omdat ze hier in Nederland opgroeien en het ze mogelijk beter zal helpen hun weg te vinden in de Nedarlandse samenleving”, zegt Johny. “Maar we vinden het enorm belangrijk dat ze weten waar ze vandaan komen. Daarom hebben we er ook voor gezorgd dat hun traditionele Papoeanamen in hun paspoort staan.”

vader_en_dochter

Voor de oudste zoon Salomon was dat geen eenvoudige klus, omdat ze hem zijn traditionele naam Oridek, wat staat voor opkomende zon, pas op latere leeftijd gaven. Er moest een advocaat aan te pas komen om ook die naam in het paspoort te krijgen. De andere kinderen kregen hun adatnaam bij de geboorte. Tweede zoon Valentijn heeft als adatnaam Marisen, wat staat voor vrolijk. Omdat in de Manarmakeri-mythe een belangrijke rol is weggelegd voor Sampari, de Morgenster, kreeg Evita’s oudere zus Olivia ook de naam Sampari mee. Sampari daalde af uit de hemel om Manarmakeri in te wijden in de geheimen van leven en dood. Ook de Morgenster is een belangrijk symbool in het streven van de Papoea’s naar zelfstandigheid. De in 1961 officieel ingestelde Papoeavlag draagt immers de naam Morgenster.

Zelf kreeg Johny bij de geboorte de namen Johannes Hermanus. Een vernoeming naar het oud-kamerlid voor de Partij van de Arbeid J.H. Scheps. “Dat was een vriend van mijn vader die ervoor zorgde dat wij naar Nederland konden vluchten. Mijn vader was daar heel dankbaar en vond dat je mensen aan wie je dank verschuldigd bent, moet eren.” Johny was drie toen hij met zijn vader Zacharias, moeder Rachel, jongere broertje Cius en zusje Vien in 1968 naar Nederland kwam. Johny: “Omdat mijn vader verzet pleegde tegen het Indonesische regime is hij gevangen gezet. Uiteindelijk is hij weer vrijgelaten en op huisarrest gezet. Maar hij wist dat de mensen die op huisarrest zaten uiteindelijk opgepakt en vermoord werden. Omdat hij in Nederland gestudeerd had en vrienden in Nederland had, hebben wij kunnen vluchten van West Papua naar Papua New Guinea en vervolgens naar Nederland. We zijn toen uiteindelijk in Wageningen gaan wonen.”

 

cover-ik_ben_een_papoea

Evita's grootvader Zachi Sawor publiceerde in 1969 het boek ‘Ik bén een Papoea’, een van de eerste in Nederland gepubliceerde, door een Papoea geschreven boeken. De titel was een reactie op een uitspraak van de toenmalige voorzitter van de Tweede Kamer Van Thiel, die zei dat als hij een Papoea zou zijn, hij voor Indonesië zou kiezen. Een schandalige opmerking, vond Zachi Sawor, die in zijn boek gedetailleerd verslag deed van de vele geweldsdelicten en mensenrechtenschendingen van het Indonesische leger sinds de overname in 1963. “Wie de nazi-bezetting in de jaren 1940-45 aan den lijve heeft ondervonden of de geschiedenis daarvan kent, zal mijn verhaal des te beter verstaan”, schreef Zachi Sawor in het voorwoord. Een Papoea zou nooit voor Indonesië kiezen, was zijn stelling in het boek.

Johny Sawor hoorde pas op latere leeftijd dat zijn adatnaam Marisan Supiori luidde. “Dat is een hete peper van Supiori en dat betekent: pit. Dat kan ik soms wel hebben”, zegt hij grinnikend. “Dus ik denk dat die naam wel goed bij mij past.”

Het familieleven is heel belangrijk in West Papua. “Dat hebben wij als kind altijd meegekregen”, vertelt Johny. “Dus ons huis zat altijd vol met vriendjes en vriendinnen. Iedereen was welkom. Er mocht altijd meegegeten worden. En datzelfde proberen wij nu ook te doen. We hebben heel vaak in het weekend een huis vol met jongeren. Onze oudsten zijn nu 19 en 17 en gaan dit jaar de deur uit om te studeren. Maar ze hebben het hele jaar door eigenlijk continu de kelder vol gehad met allemaal jeugd die daar konden feesten. En ook andere vriendjes en vriendinnetjes van de andere kinderen komen ook altijd thuis en kunnen altijd blijven slapen of mee eten. Dat hebben wij van huis uit meegekregen hebben en dat proberen we ook onze kinderen mee te geven.”

 

Fatubun, R.R. (2017). An Archetypal Reading of the Manarmakeri Myth from Biak, Papua: Its development Implications and Political Significance. Australian Journal of Basic and Applied Sciences, jrg.11, nr.9

Scroll naar boven